‘Ik ga nooit op reis zonder mijn dagboek. Je moet altijd iets sensationeels te lezen hebben in de trein.’
Oscar Wilde
Als droomreiziger beschouw ik de verslagen van mijn expedities door het rijk van de dromen als de waardevolste bijdragen aan mijn ‘dag-en-nachtboek’.
Het vastleggen van je dromen op schrift is een van de beste manieren om ze te leren onthouden, en de eerste stap om ze om te zetten in een verhaal waar je verschillende duidingmethoden op los kunt gaan laten.
Een deelnemer aan de eerste droomcursus die ik ooit gaf vertelde me dat hij zich nog nooit, maar dan ook nooit een droom had herinnerd. In zijn beleving droomde hij gewoon niet.
Ik gaf hem het advies een mooi boekje of schrift te kopen om ze in op te schrijven, en het naast zijn bed te leggen met het voornemen iets te onthouden van zijn droom zodra hij wakker werd. Ik adviseerde hem ook zich de komende week op een plezierige wijze met het onderwerp dromen bezig te houden om hem te stimuleren: leuke boeken lezen over dromen, praten over dromen met vrienden.
De week erop kwam hij terug en zwaaide enthousiast met een schrift waarin hij maar liefst vier dromen gevangen had.
Wanneer je je dromen vastlegt is het handig het verhaal op te schrijven in de tegenwoordige tijd, alsof het in het nu plaatsvindt. Dat houdt je het sterkst bij de beleving van de droom.
Schrijf alles op wat je je kunt herinneren: wat er gebeurt, wat je daar bij voelt, hoe alles eruit ziet.
Schrijf je droom zo snel mogelijk op, want de details van dromen hebben de neiging aan de greep van ons geheugen te ontglippen naarmate de dag vordert.
Als je midden in de nacht wakker wordt en geen zin hebt je droom op te schrijven, blijf dan rustig liggen en vertel de droom in gedachten aan een vriend(in). Zo zet je de beelden al om in taal, wat de kans vergroot dat je de droom toch onthoudt.
Probeer tijdens het schrijven niet alvast te gaan interpreteren of censureren. Een droom is immers een (veelal) symbolische en eerlijke boodschap van jezelf aan jezelf, en daarin is nu eenmaal geen noodzaak voor gene.
Maak in je droomverslag onderscheid tussen het gevoel in de droom en het gevoel na de droom. Dit is zeer belangrijk bij het duiden.
Zo kwam er iemand in mijn praktijk wegens terugkerende nachtmerries. Het waren dromen waarin hij in gevecht was met familieleden en ze op nogal nare wijze vermoordde door ze te wurgen, hun ogen in te drukken in hun kassen, etc. Toen ik echter doorvroeg over zijn gevoel in en na de droom, vertelde hij met enige schroom dat bij het wakker worden angst voelde, maar in de droom zelf alleen woede, en dat het eigenlijk wel goed voelde die woede te ontladen. Het bleek dat hij in zijn dagelijks leven veel last had van de bemoeizucht van zekere familieleden en hij moeilijk voor zichzelf op kon komen. In de droom deed hij wat hij wakker niet kon: ze laten weten dat hij niet gediend was van hun verbale bemoeienis (door ze figuurlijk te wurgen) en ze te laten zien (ogen indrukken) dat hij hun gedrag als grensoverschrijdend ervoer. De dromen waren ietwat heftig geworden omdat de kwestie al langer speelde en de dromer de boodschap van zijn eigen gevoel steeds had genegeerd.
Tot besluit: dromen vangen lijkt wel een beetje op vissen met je handen: als je te hard je best doet, ontglippen ze je. Een ontspannen houding en een aantrekkelijk schrift doen echter wonderen!