In de tijd dat ik mijn allereerste droomgroep verzorgde werd ik een keer aangesproken door een cursist van een andere groep. ‘Ik droom bijna nooit,’ zei ze. ‘Ik droom maar vier of vijf keer per jaar.’ Verbaasd keek ik haar aan: wist ze dan niet dat we altijd dromen, niet alleen mensen maar ook katten en dolfijnen, zeker vijf keer per nacht? Na enig doorvragen bleek, dat ze alleen vliegdromen als echte dromen beschouwde… andere dromen waren volgens haar niet spiritueel en dus niet de moeite waard!
Ik moet er nog altijd om grinniken als ik eraan denk. Want wanneer we alleen dromen als vliegdromen, lucide dromen, voorspellende dromen als waardevol beschouwen en onze neus ophalen voor ‘gewone’ dromen, laten we elke nacht veel moois liggen.
Eigenlijk kun je elke droom als een waardevolle boodschap van jezelf aan jezelf beschouwen. Zelfs een eenvoudige nachtelijke ‘post-it’ droom die je eraan herinnert je accu tijdig te laten vervangen is van waarde, zeker in de winter!
Natuurlijk kun je wel onderscheid maken tussen soorten dromen zonder aan de waarde van verschillende categorieën af te doen. Veel ervaren dromers kennen zowel dromen die meer symbolische boodschappen lijken te zijn, als dromen die daadwerkelijke herinneringen zijn aan uitstapjes in andere bewustzijnstoestanden, dimensies, levens en tijden.
Daarbij is het interessant te vermelden dat vroege droom-theoretici als Freud en Jung onderscheid maakten tussen de ‘manifeste’ droom, oftewel de droom zoals de dromer die zich herinnert, en de ‘latente’ droom, de eigenlijke betekenis van de droom die verhuld wordt door de censuur van ons brein en onze culturele normen en waarden.
De droom die je je herinnert is dus geen één op één weergave van de droomervaring zoals je die gehad hebt. Elke poging een droom te vertellen doet al af aan de ervaring zelf. Vergelijk het maar met een bijzondere vakantie: het verhaal dat je erover vertelt kan nooit recht doen aan de reis zelf.
Het bijzondere is wel, dat de droom een eigen kracht bezit: in elke poging de droom weer te geven, of het nu in een verhaal is, een schilderij, een vorm geboetseerd van klei zal de oorspronkelijke energie van de droom terug te vinden zijn. En een slimme droomonderzoeker zal deze kunnen duiden – samen met de dromer uiteraard, want alleen met behulp van de dromer en de mythologie van diens innerlijke levenswereld zal de droom te ontsluiten zijn.
‘Numineuze’ ervaringen zijn ‘ervaringen die de droomwereld van het kind raken, alsmede de verbeeldingswereld van de volwassene, ervaringen die de grens tussen de zichtbare wereld en het alomvattende waar wij deel van uitmaken voor een moment uitwissen, die het bestaansmysterie verhelderen en onzegbaar geluk behelzen.’ (Biblion: ‘Het Numineuze’, Tjeu van den Berk, 2005).
Sommige dromen zou je ‘numineus’ kunnen noemen omdat ze ons in contact brengen met de hogere dimensies van het bestaan en het bewustzijn en dezelfde onvergetelijke indruk achterlaten. Ik noem ze in navolging van Jung ‘Grote dromen’ of ‘spirituele dromen’. Dit zijn de dromen die we inderdaad niet elke dag hebben.
Ik loop op een heuvel met op de achtergrond een wit tempeltje. Ik voel de aanwezigheid van een gids achter mij, een oude wijze man. Ik kijk naar de hemel en zie links een grote hoeveelheid sterren, als gestrooid door een slordige hand tegen de achtergrond van het heelal. Rechts zie ik dezelfde sterren, maar nu geordend in twee lijnen die ietsjes naar elkaar toe lopen en elkaar dus ooit zullen kruisen. Ik word vervuld van een blij weten: weten dat de klaarblijkelijke chaos van het bestaan schijn is en dat alles doordrongen is van betekenis en bestemming. Alles is precies zoals het moet zijn.
Deze column van Wendy verscheen in spiritueel maandblad Paravisie