Het incarnatieproces begint, zoals ik het zie, met het eerste (schijnbare) afscheiden van het bewustzijn van de Bron, de Eenheid waarin geen dualiteit bestaat. Vanuit de gelukzalige toestand van de Eenheid begint de avontuurlijke reis van de ziel met als doel bewustwording, ervaring, expansie. Maar niet iedereen begint zijn of haar ‘carrière’ in de dualiteit als mens.
De mogelijkheden van de ziel om zich te manifesteren zijn immers eindeloos, en alles is mogelijk! Daarom wekt het geen verbazing om in de praktijk cliënten te zien die vanuit de eerste sprong van de ziel, hun hoger Wezen, het incarnatieproces zijn begonnen als engel, elementaalwezen, ”buitenaards” wezen, zelfs astrale levensvorm. Alle levensvormen zijn mogelijk. Ook zijn meerdere al dan niet stoffelijke incarnaties mogelijk als elf, elementaal, enz.
Nu kan een eerste incarnatie als niet-menselijk of niet-stoffelijk wezen (eigenlijk zou hiervoor een ander woord dan ‘incarnatie’ moeten worden bedacht, aangezien ‘incarneren’ letterlijk ‘in het vlees komen’ betekent) zo zijn eigen complicaties met zich meebrengen.
Zo kan de eerste ervaring met het leven in een stoffelijk lichaam, met alle consequenties en gevoelens van dien, een behoorlijke shock zijn voor tot dusver onstoffelijke levensvormen.
De ruwheid van het aardse vlak kan voor deze wezens een traumatische ervaring betekenen, afhankelijk van de situatie waarin men incarneert. Een leven in een grofstoffelijke, primitieve gemeenschap is dan natuurlijk heftiger dan één in een meer verfijnde omgeving.
Daarnaast is het zo, dat deze mensen vaak specifieke impulsen hebben om te incarneren.
Zo zie ik bij geïncarneerde engelen vaak een grote drang om te helpen, waarbij ze zichzelf in dit leven nog steeds kunnen verwaarlozen. Ze zijn de ander gaan helpen ten koste van zichzelf.
Het waarnemen van het ‘lijden’ in de dualiteit (hierover meer in een later artikel) vanuit hun engelensfeer en engel-zijn is voor deze mensen vaak in eerste instantie een grote schok. Het is voor hen ondraaglijk. Om dit te verhelpen gaat men wel eens over tot incarneren met als doel te ‘helpen’ vanuit het willen wegmaken van het lijden. Dat ze daarin vaak voorbijgaan aan de functie van de dualiteit, nl. alles te kunnen ervaren, is ze op dat moment nog niet duidelijk. Daardoor kunnen ze gevangen raken in een spiraal van levens waarin lijden, schuld, redden en gered moeten worden centraal staat.
Ook elementaal-wezens en elfen hebben vaak grote moeite met bepaalde aspecten van de dualiteit en het leven op aarde. Vooral de destructieve wijze waarop er met de natuur op aarde wordt omgesprongen kan deze mensen lamleggen omdat het oude trauma’s oproept van incarnaties waarin complete planeten en beschavingen werden weggevaagd, inclusief het natuurlijk leven. Daardoor kunnen deze mensen soms moeilijk aarden en hun mens-zijn vieren, en hun liefde en zorg voor de natuur op een positieve manier neerzetten ipv vast te komen zitten in woede of verlamming.
Het terug gaan naar de eerste afscheiding van de Bron, en naar de eerste incarnatie(s) kan voor deze mensen veel helderheid geven in hun huidig proces. Het kan ook een prachtige gelegenheid zijn oude pijn te helen, oude contracten die niet meer werken te verbreken en oude doelen te herzien. Het doel hiervan is het kunnen neerzetten van je eigen energie, je gaven, je unieke zelf vanuit liefde en vertrouwen ipv angst en moeten.
Wanneer engelen, deva’s, elementalen, draken, dolfijnwezens,elfen, en alle levensvormen die mogelijk zijn gaan stralen vanuit hun eigen oorspronkelijk kracht wordt alles weer mogelijk en kunnen ze een prachtige bijdrage leveren aan het leven op aarde – door er simpelweg te zijn!
Lees hier verder over engelincarnaties