Foto: ‘A flower of hope’ van Jari Aarniala
Vijftien jaar geleden, toen ik sessies regressietherapie onderging om een vorig leven te helen als jong meisje dat vermoord was in een concentratiekamp, was het internet nog niet zo uitgebreid als het vandaag de dag is. Na die sessies deed ik maar een klein stukje online onderzoek om erachter te komen of het gruwelijke verhaal dat tevoorschijn was gekomen uit mijn verleden tot in detail waar was. Het was zo verschrikkelijk dat zelfs na het herbeleefd te hebben, ik nog in staat was tot twijfel. Wie verzint er zoiets? Maar mijn onderzoekjes liepen vast en ik wilde er niet teveel tijd en energie in steken. ik wilde het achter me laten, mijn eigen praktijk opzetten als reïncarnatietherapeut en verder gaan met mijn leven.
Gisteren bracht mijn pad me per toeval naar een aantal internet pagina’s die ik nog niet eerder gezien had. En nu, tot mijn verbijstering, vond ik ze. De gezichten van de mensen die het meisje uit mijn vorige leven gemarteld hadden. De kamparts met zijn smetteloos witte laboratoriumjas en de ronde brillenglazen die onbewogen en zonder verdoving zijn gruwelijke experimenten deed. De ‘zuster’ die hem assisteerde. Hier waren ze. Ze bestonden echt. Ik herkende ze onmiddellijk.
Het was bevreemdend om te lezen wat er van ze geworden was. De kamp ‘zuster’ werd de ‘engel des doods’ genoemd en ondanks een indrukwekkende carrière van wreedheid was ze nog maar tweeëntwintig.
De arts was gevangen genomen door de Russen, tot vijfentwintig jaar veroordeeld maar hij diende er maar zeven uit. Ongelofelijk genoeg werd hij in Duitsland gewoon weer op zijn oude positie aangenomen als arts maar zijn gedrag werd zo bizar, terwijl hij opschepte over zijn ‘prestaties’ in Auschwitz dat hij niet onopgemerkt bleef en na een publieke roep van verontwaardiging werd hij uiteindelijk gearresteerd. Hij stierf in de gevangenis voor zijn rechtszaak was afgelopen.
Het was zo vreemd die gezichten te zien, de foto’s, hun namen te lezen en hun verhalen. De mensen die ik in mijn nachtmerries had gezien waren echt.
Hoe ga je om met zo’n verhaal, zulke herinneringen? Lange tijd kon ik niet begrijpen waarom ik ervoor had gekozen in die tijd geboren te worden, op die plaats. Het leek allemaal zo zinloos: het lijden, de horror. Wat voor goeds had daar in vredesnaam uit voort kunnen komen?
Toen deed ik op een dag een reïncarnatiesessie met een client die een vorig leven ervoer als vierjarig meisje in Auschwitz. Toen ze haar en haar gezin kwamen halen, had haar vader haar nog proberen te redden door haar om een boodschap naar de kruidenier te sturen. Ze was te jong om het te begrijpen en verraadde per ongeluk haar familie, een vergissing waar ze zich tot op de dag van vandaag schuldig over voelde.
Toen we haar laatste dag en uren in het kamp herbeleefden om het trauma van haar dood te verwerken, zei mijn cliënt plotseling met overtuiging: ‘Jij. Jij was daar ook. Ik zag je.’
Ik was een tikje geschokt. Ik had altijd wel geweten dat dit kon gebeuren. Er waren immers zoveel mensen vermoord, en velen daarvan zouden in een volgend leven de gespecialiseerde hulp kunnen zoeken die ik ook gezocht had. Maar om persoonlijk herkend te worden, zo abrupt…
Ik vroeg haar wat ze zag en ze zei: ‘Je hielp me over te gaan en de weg naar huis te vinden. Het was alsof jouw aanwezigheid een straal van licht creëerde naar de hemel toe, en daardoor wist ik waar ik heen moest.’
De tranen sprongen in mijn ogen en ik had kippenvel. Nu wist ik het. Waarom ik ervoor had gekozen om daar te zijn, waarom ik dat ogenschijnlijk vruchteloze pad naar een plaats van gruwel en dood gekozen had. Om een lichtje in de duisternis te zijn.
En dit geldt voor ons allemaal. Onze aanwezigheid kan een licht zijn voor anderen, zelfs wanneer we het ons niet realiseren. We hoeven er zelfs niets bijzonders voor te doen. Onze pure aanwezigheid en connectie met Boven kan een licht in het duister zijn.
Ik zie mezelf en mijn cliënt niet als slachtoffers. Ik zie ons zelfs niet als overlevenden. We hebben er allemaal, voor een veelvoud van redenen voor gekozen om daar te zijn, en wie kan zeggen wat die redenen zijn?
Trauma’s kunnen geheeld worden, zelfs zulke diepe trauma’s, hoewel het jaren kan duren, zelfs met regressietherapie.
We kunnen gaan begrijpen, onszelf helen, spiritueel groeien door de ervaring als een lotus die ontspruit aan de modder.
We kunnen zelfs vergeven.
Maar ik geloof dat we het nooit mogen vergeten.